Ja, ik ben federalist. Nee, ik ben niet gek.

, by Angelique Truijens

Ja, ik ben federalist. Nee, ik ben niet gek.

Recentelijk ben ik mijzelf federalist gaan noemen en een deel van mij voelt zich daar nog steeds een beetje beschaamd over, gezien de politieke lading die dit woord heeft. In dit artikel zal ik mijn eigen definitie van een genuanceerd federalisme, waarin ik geloof, presenteren. De reden waarom ik federalist ben is enerzijds persoonlijk, omdat ik tweetalig ben opgevoed en van jongs af aan kansen heb gekregen om te reizen en verschillende culturen te ontdekken, en anderzijds professioneel. Door in de afgelopen vier jaar Europese integratie, recht en beleid gestudeerd te hebben, durf ik te stellen dat een federaal Europa de enige oplossing voor een groot aantal problemen in de EU is.

Met federalisme bedoel ik vergaande integratie van nationaal beleid binnen het EU-raamwerk in specifieke beleidsterreinen, en dan vooral de terreinen die traditioneel dicht bij nationale soevereiniteit liggen. Deze transformatie heeft tijd nodig en betekent niet dat alles tegelijk geïntegreerd moet worden. Misschien zullen sommige beleidsterreinen nooit geïntegreerd hoeven worden, maar net als iedereen kan ik de toekomst niet voorspellen.

Samengevat, federalisme pleit voor een supranationale wetgevende macht met toezicht omtrent voorheen nationale beleidsterreinen. Voor sommige beleidsterreinen is dit makkelijker te regelen vanwege de verschillen in bereidwilligheid van lidstaten om hun macht over dit beleidsterrein af te staan. Sommige van de ‘moeilijke’ beleidsterreinen zijn echter cruciaal voor het functioneren van de EU, zoals grensbescherming, migratie en asielbeleid, maar ook interne markt en de gezondheidszorg. De vraag is of überhaupt nog sprake kan zijn van nationale soevereiniteit.

Ik beantwoord deze vraag negatief. In 1648 besloten leiders van Europese landen om elkaars grenzen te respecteren. Met andere woorden, met wat binnen de grenzen van een land gebeurt mag alléén dit land zich bemoeien. In dit systeem is echter verandering gebracht door de ontwikkeling van de Europese Economische Gemeenschap en, wat net zo belangrijk is, het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hierdoor is nationale soevereiniteit in toenemende mate irrelevant geworden. De reden hiervoor is dat de Europese Economische Gemeenschap een autonome rechtsorde tot existentie heeft geroepen (zie arresten van het Hof van Justitie van de EU Van Gend & Loos en Costa/ENEL). Verder stelt artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie dat het EVRM de status van algemene rechtsbeginselen binnen de EU-rechtsorde, en is daarmee geïntegreerd in dit wettenstelsel.

Nationale soevereiniteit is echter niet verdwenen en lidstaten klampen zich aan de resten ervan vast. Een manier waarop de lidstaten de nationale soevereiniteit in leven hebben gehouden is het systeem van stemmen binnen de Raad. Dit systeem is gespecificeerd in de EU-verdragen. In alle hiervoor gegeven voorbeelden van beleidsterreinen behalve de interne markt en gezondheidszorg geldt dat wetgeving alleen kan worden aangenomen met een unanieme stemming in de Raad. Dit heeft problemen opgeleverd, bijvoorbeeld tijdens het vinden van een oplossing voor de ‘migranten’-crisis – waardoor deze crisis eigenlijk beter een institutionele crisis genoemd kan worden. Een oplossing voor dit probleem zou zijn om het stemmen met gekwalificeerde meerderheid in de Raad de standaard te maken voor alle beleidsterreinen. Hoewel de stemmen oneerlijk tussen de lidstaten zijn verdeeld (bijvoorbeeld Malta dat, in verhouding, zeven keer zoveel stemmen heeft als Duitsland), dit geldt als waarborg dat ook ‘kleine’ lidstaten (de lidstaten met relatief lage aantallen inwoners) alsnog de ‘grote’ lidstaten kunnen blokkeren.

Tot slot wil ik toevoegen dat voor deze institutionele veranderingen pleiten níét betekent dat ik een Verenigde Staten van Europa met één dezelfde cultuur zou willen. Integendeel, ik geloof dat de culturele verschillen tussen lidstaten prachtig zijn en een Europa Europa maken. Echter horen verouderde vooroordelen over verschillen tussen Europeanen (zoals luie zuid Europeanen, alcoholistische Tsjechen etc.) geen invloed te hebben op het beleidsmakingsproces. Federalisme, in mijn ogen, streeft niet om landen te vergeten of hen allemaal hetzelfde te maken, maar om een realistische oplossing voor EU-wijde problemen te geven en om gelijke kansen te bieden aan Europeanen.

Keywords
Je commentaren
Wie ben je?

Om je gebruikersafbeelding bij je bericht te tonen moet je je eerst registreren opgravatar.com (gratuit et indolore). Vergeet niet om hier je e-mailadres te vermelden.

Vul hier je commentaar in

In dit formulier kun je de SPIP-codes {{gras}} {italique} -*liste [texte->url] <quote> <code> en HTML codes <q> <del> <ins> gebruiken. Om een nieuwe paragraaf te maken laat je gewoon een paar regels leeg.

Commentaren opvolgen: RSS 2.0 | Atom